Het is mogelijk om een deel van de overheidsuitgaven te laten toewijzen door burgers. Het staat bekend als participatief budgetteren, en wordt ook wel participatief begroten genoemd. Her en der gebeurt dat al op lokaal niveau, maar Zuid-Korea heeft dit in 2019 en 2020 ook gedaan op nationaal niveau. Daarbij heeft een groep gelote burgers ook invloed kunnen uitoefenen.
In Zuid-Korea verliep het proces als volgt. Elke burger kon een voorstel indienen. Voorstellen hoefden niet aan ingewikkelde vereisten te voldoen. De voorstellen werden doorgestuurd aan de betreffende ministeries, die een schifting maakten tussen realiseerbare en onrealiseerbare voorstellen. De ministeries werden bijgestaan door een groep van experts.
Vervolgens gingen 400 gelote burgers zich erover buigen. Zij deden dat in thematische werkgroepen, die een verdere selectie maakten van de voorstellen. De gelote burgers werden op hun beurt ook bijgestaan door de al eerder genoemde groep van experts. Daarna werden de voorstellen geprioriteerd. Daarbij hadden de gelote burgers 50 procent van het stemgewicht; een groep Zuid-Koreanen die zich daar vrijwillig vanuit de bevolking voor had aangemeld, had de andere 50 procent van het stemgewicht. Tenslotte nam de regering de gekozen voorstellen op in de begroting. Begrotingen worden ter stemming voorgelegd aan het parlement.
Voor 2019 betekende dat dat de Zuid-Koreaanse bevolking aan het begin van het hele proces met 1.206 voorstellen kwam. De ministeries selecteerden daaruit 102 realiseerbare voorstellen. De burgers, voor de helft dus gelote burgers, selecteerden daaruit 39 voorstellen, die door de regering werden overgenomen in de begroting. Daarvan overleefden 38 voorstellen de stemming in het parlement. Overigens hadden maar ongeveer tweeduizend burgers zich vrijwillig aangemeld voor het mee kunnen stemmen in de niet-gelote groep.
De zwakke plekken in de hele procedure zijn duidelijk: als het aantal voorstellen veel groter wordt, is dat niet meer te behappen door de ministeries en de burgers. Verder maken de ministeries een eerste selectie en is hierop geen democratische controle. De gelote burgers kunnen na deliberatie niet ook zelf met voorstellen komen. De helft van het stemgewicht ligt bij niet-gelote burgers, die geen gestructureerd deliberatief proces doorlopen en bovendien een nogal kleine groep vormden op de hele volwassen bevolking van het land. Het eindoordeel ligt tenslotte bij het gekozen parlement. Echte budgettaire beslismacht hebben de gelote burgers in deze procedure dus niet.
Bron:
-
Budget participatif national en Corée du Sud, République Éclairée, 5 november 2022